Het woord van de HEERE dat gekomen is tot Zefanja, de zoon van Cusji, de zoon van Gedalia, de zoon van Amarja, de zoon van Hizkia, in de dagen van Josia, de zoon van Amon, de koning van Juda. Zefanja 1:1
Het woord van de HEERE God spreekt. Afgoden doen dat niet. Hooguit zijn ze een spreekbuis van de mens. God sprak vaak door profeten. Het woord dat zij verkondigden kwam niet uit hen, maar tot hen. Vervolgens gaven zij het door. Het woord van God is ook tot Zefanja gekomen. Van zijn voorgeslacht worden vier generaties genoemd. Misschien om duidelijk maken dat hij een nakomeling was van de vrome koning Hizkia. Zefanja profeteerde tijdens de regering van Hizkia’s achterkleinzoon, Josia. Die volgde de goddeloze koningen Manasse en Amon op. Onder Josia kwam er een reformatie. Dat hoeft niet te betekenen dat heel Israël zich toen van harte bekeerde. Toch heeft Zefanja waarschijnlijk geprofeteerd in de periode daarvoor. Ondanks de vele zonden wilde God nog spreken. Aan de schrijfwijze ‘HEERE’ kun je zien dat hier de naam van Israëls God staat. Hij blijft trouw ook al zijn wij ontrouw. Zijn woord komt ook tot jou. Hoe lees je het Woord van God en hoe luister je ernaar?