Voer minimaal 2 tekens in.
En het gebied zal zijn voor het overblijfsel van het huis van Juda, zodat zij daarin zullen weiden.
Zefanja 2:7
Voor het overblijfsel
Ook de volken worden door de oordelen van de Heere getroffen. De profeet begint met de Filistijnen ten westen van Juda. Deze bewoners van de kuststrook kwamen oorspronkelijk van Kreta. Ze waren Israëls aartsvijanden. De vloek van God rust op hun land. Hun steden zullen verwoest worden en in hun land zal geen inwoner overblijven. Het woeste gebied zal alleen geschikt zijn voor schaapherders en hun kudden. De Heere geeft dit gebied aan de rest van Zijn volk. We hoorden daar gisteren al over: het overblijfsel van het huis van Juda. Zij zullen daar weiden en ’s nachts verblijven in de restanten van de Filistijnse huizen. Israëls vijanden hebben geen toekomst. Het gereduceerde volk van de Heere wel. Waarom? Omdat de Heere aan Zijn verbond denkt. Hij zal genadig naar hen omzien. Hij zal een omkeer in hun ellende brengen. God zorgt voor wie van Hem zijn. Daarom zullen zij alles beërven.
‘Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn.’ (Openb. 21:7)