Voorzeker, Ik zal u maken tot een naam en tot lof onder alle volken van de aarde, wanneer Ik voor uw ogen een omkeer in uw gevangenschap breng, zegt de HEERE. Zefanja 3:20
Tot een naam en tot lof De beloften van de Heere zijn zeker. Hij zal Zijn volk ‘maken tot een naam en tot lof onder alle volken van de aarde’. Volgens Deuteronomium 26:19 zouden zij tot lof, tot een naam, tot sieraad zijn. Maar daarvan was weinig over. De Heere zal echter de ballingen die bedroefd zijn, omdat ze Israëls feesten moeten missen, verzamelen. Zij horen immers bij Zijn volk. Gebukt gaan ze onder de last van smaad. Maar de Heere gaat de verdrukkers van Zijn volk aanpakken. Hij verlost hen die lijden. Hij brengt bijeen wie verdreven zijn uit het land. Hij brengt ze naar Jeruzalem. Ze gaan het zien dat de Heere een omkeer in hun gevangenschap brengt. Onder alle volken zullen zij worden genoemd en geroemd. En de Heere ontvangt lof. Zijn Naam wordt geëerd. Hier wordt een gelovige nu blij van. Naar zo’n omkeer kijk je uit. Om een dergelijk herstel bid je. ‘Zijn Naam moet eeuwig’ eer ontvangen.’ (Psalm 72:11, berijmd)