Toen antwoordde Haggaï en zei: Zo is dit volk, zo is deze natie voor Mijn aangezicht, spreekt de HEERE, en zo is al het werk van hun handen; ja, wat zij daar aanbieden, onrein is het! Haggaï 2:15
Onrein Een paar maanden later spreekt de Heere weer tot Haggaï. Het volk heeft onderwijs nodig. Haggaï moet aan de priesters twee vragen voorleggen. Het is hun taak om op grond van de wet uitspraken te doen over rein en onrein. Iemand die offervlees draagt, wordt daardoor geheiligd (Lev. 6:27). Maar wordt voedsel dat hij dan aanraakt ook heilig? Het antwoord is nee. Omgekeerd: als iemand een dode heeft aangeraakt is hij onrein. Wordt het voedsel dat hij aanraakt dan ook onrein? Het antwoord is ja. Daarop volgt de boodschap van de Heere. Het volk is onrein en alles wat ze doen is ook onrein. Ze moeten niet denken dat nu ze de tempel herbouwen, daarmee alles in orde is. Zij en hun werk zijn met zonde bevlekt. Niet het werk aan Gods huis, maar alleen het bloed van de Heere Jezus en de Heilige Geest maken je rein en heilig. ‘Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest.’ (Ps. 51:12)