Ligt er nog zaad in de schuur? Zelfs tot de wijnstok, de vijgenboom, de granaatappelboom toe, en de olijfboom, die geen vrucht gedragen heeft, die zal Ik vanaf deze dag zegenen. Haggaï 2:20
Zegen uit genade Het herbouwen van de tempel is geen verdienste. Het maakt het volk niet rein, zagen we gisteren. Maar de Heere zegent hen wel vanaf het moment dat Zijn huis weer verrijst. Ze moeten aandachtig letten op het verschil tussen de opbrengst van het land voordat ze gingen bouwen en erna. Het is de vierentwintigste van de negende maand. Het is de zaaitijd. Deze datum moeten ze onthouden. Toen ze nog geen stenen op elkaar stapelden voor de tempel van de Heere viel de oogst steeds tegen. De Heere zond keer op keer rampspoed, maar ze bekeerden zich niet. Ze deden niets aan de puinhoop van Gods huis. Maar nu de tempel van de Heere gegrondvest is, moeten ze opletten. Het beetje zaad dat ze hadden is gezaaid. De vruchtbomen hebben geen vrucht gedragen. Maar vanaf deze dag zegent de Heere hen. Dat is geen verdienste maar genade. Als je doet wat de Heere vraagt, zegent Hij je.