Zoet in de mond maakt de buik bitter De uitdrukking stelt: ‘Bitter in de mond, maakt het hart gezond.’ Hier is het omgekeerd: zoet in de mond maakt de buik bitter. Net als bij de zegels is er een pauze tussen bazuin zes en zeven. In die pauze krijgt Johannes de opdracht om een boekje op te eten. Ook dit beeld komt uit het Oude Testament (Ez. 3:11). Ook bij Ezechiël is het zoet in de mond. Net als Ezechiël moet Johannes profeteren. De bitterheid in zijn buik doet hem al vermoeden dat de uitwerking van de boodschap bitter is. Maar het moet gebeuren, want de Engel beveelt het. Let erop dat de vertalers het woord ‘Engel’ met een hoofdletter weergeven, en terecht, want Zijn omschrijving (Openb. 10:1) komt helemaal overeen met die van de verheerlijkte Heiland. Hij gebiedt ook nu nog dat dienaren van het Woord niet zwijgen over het oordeel. Maar ook niet over het heil voor Gods kinderen. ‘Dezelfde boodschappers die God gestuurd heeft om u aan uw schulden te herinneren, zijn u aangewezen om u de weg te wijzen waarin ze u kwijtgescholden kunnen worden.’ (Matthew Henry)