Voer minimaal 2 tekens in.
Lukas 8:26
Vrijheid (I)
Gadara hoorde bij Israël, maar de Griekse en Romeinse cultuur had daar zoveel invloed gehad dat het inmiddels meer heidens dan Joods was. De invloed van de God van Israël is praktisch verdwenen en kwade machten hebben er vrij spel. Dit blijkt ook uit het feit dat er een grote kudde varkens gehoed werd. Dit zijn onreine dieren en dus verboden in Israël. Ook geldt voor een Jood dat wanneer hij een graf of dode aanraakt, hij onrein werd. Wat gebeurt er: Jezus ontmoet een bezeten man die in grafspelonken woont. Onreiner kan dus haast niet. Opvallend is de moed waarmee Jezus naar de bezeten man toegaat. Niemand kan de man bedwingen, maar kalm en onbevreesd gaat Jezus naar hem toe. Jezus gaat naar dit gebied om onreine mensen te bevrijden en terug te brengen bij de God van Israël. Jezus geeft niemand op.
‘Er zijn twee vergelijkbare, maar tegengestelde fouten waarover wij mensen kunnen struikelen als het om duivels gaat. De ene is niet geloven dat ze bestaan. De andere is dat wel geloven en een overmatige en ongezonde interesse in ze tonen.’ (C.S. Lewis)