Twee dochters (I) In dit gedeelte gaat het over twee dochters. De eerste dochter is het twaalfjarige dochtertje van Jaïrus. Als vader komt hij namens zijn zieke dochter bij Jezus. De andere dochter is al twaalf jaar ziek en leidt aan bloedingen. Een ziekte die haar onrein maakt. Deze tweede dochter is daarom al twaalf jaar niet aangeraakt: iemand die dat zou doen zou dan ook onrein worden. Toch raakt zij Jezus aan bij de zoom van Zijn bovenkleed (hier hingen de zogenaamde kwastjes die elke Jood herinnerden aan de wet van God). Het aanraken wat zij deed was ten strengste verboden. Maar ze doet het toch en maakt Jezus hiermee onrein. Maar het loopt anders. Jezus wordt niet onrein, maar Hij maakt haar rein. Hij is ook niet boos, maar noemt haar liefdevol ‘dochter’. Ook al voelen wij ons zondig of onrein, Jezus zal ons nooit afwijzen. ‘Zelfs de grootste zonde en diepste wanhoop samen zijn altijd zwakker dan de kracht van Jezus.’ (Charles Haddon Spurgeon)