Stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. Romeinen 6:13
Ledematen als wapens Wanneer Paulus de ledematen van het lichaam kenschetst als wapens in de geestelijke strijd geeft dat de ernst van de strijd aan. Je ledematen voeren uit wat in je hart leeft. Je hart stuurt je armen en handen, je benen en voeten aan. De zonde ligt om de hoek. Verkeerde begeerten trekken je mee. Pas hiervoor op. Vecht tegen de zonde. Niet in eigen kracht, maar in die van Christus. Zoek zo de wil van God te doen. Laat de goede begeerten het beginsel van je hart zijn. Want het is van tweeën één: je ledematen zijn of instrumenten van de zonde of instrumenten van de gerechtigheid voor God. Paulus zegt het heel stellig: de zonde zal niet over je heersen. Dat kan immers niet. Je leeft immers van genade. Put uit de bron, Christus. ‘Wie zijn geest beheerst, is beter dan wie een stad inneemt.’ (Spr. 16:32)