Zo bent u ook door het lichaam van Christus gedood met betrekking tot de wet, opdat u aan een Ander zou toebehoren, namelijk aan Hem Die uit de doden opgewekt is, opdat wij vrucht zouden dragen voor God. Romeinen 7:4
Verbonden met de hemelse Bruidegom Paulus neemt in Romeinen 7 een voorbeeld uit het huwelijksrecht. Hij benadert het vanuit de positie van de vrouw. Ben je gehuwd, dan ben je aan je man verbonden. Ga je tijdens je huwelijk aan een ander toebehoren, dan ben je een overspelige. Is je man overleden, dan ben je vrij van hem en kun je een nieuwe relatie aangaan. Het huwelijk is in de Bijbel vaak beeld voor de band tussen Christus en Zijn gemeente. Paulus past het voorbeeld uit de huwelijkswetgeving toe op de relatie met Christus. Door het geloof behoor je Christus toe. Door Zijn dood ben je met betrekking tot de wet gedood. De wet geldt dus niet meer voor jou. Je leeft nu door Hem en bent vrij van de wet. Christus zet je in de vrijheid. Hij maakt je een kind van God. Leef uit en in deze vrijheid door te gaan aan Gods hand. ‘Mijn Liefste is van mij en ik ben van Hem.’ (Hgl. 2:16)