| Wee over de onbarmhartige rijken |
1 | Nu dan, rijken, huil en jammer over al de ellende die u overkomt. |
| Spr. 11:28 | Wie op zijn rijkdom vertrouwt, die zal ten val komen,
maar de rechtvaardigen zullen groeien als loof. | | Amos 6:1 | Wee de zorgelozen in Sion,
en de onbezorgden op de berg van Samaria,
de beroemdsten van de voornaamste van de volken,
en tot wie het huis van Israël komt. | | Luk. 6:24 | Maar wee u, rijken, want u hebt uw troost al. | | 1 Tim. 6:9 | Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. |
2 | Uw rijkdom is vergaan en uw kleren zijn door de motten aangevreten. |
3 | Uw goud en zilver is verroest en hun roest zal een getuigenis tegen u zijn en uw vlees als een vuur verteren. U hebt schatten verzameld in de laatste dagen. |
| Matt. 6:19 | Verzamel geen schatten voor u op de aarde, waar mot en roest ze verderven, en waar dieven inbreken en stelen; | | Rom. 2:5 | Maar in overeenstemming met uw hardheid en uw onbekeerlijke hart hoopt u voor uzelf toorn op tegen de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God, |
4 | Zie, het loon van de arbeiders die uw velden gemaaid hebben, dat door u achtergehouden is, schreeuwt tot God, en de jammerklachten van hen die geoogst hebben, zijn doorgedrongen tot de oren van de Heere van de hemelse legermachten.  |
| Lev. 19:13 | U mag uw naaste niet afpersen en niet beroven. Het arbeidsloon van de dagloner mag niet de nacht bij u overblijven tot de volgende morgen. | | Deut. 24:14 | U mag de arme en behoeftige dagloner, iemand van uw broeders of van de vreemdelingen die in uw land binnen uw poorten is, niet onderdrukken. |
5 | U bent u aan weelde te buiten gegaan op de aarde en hebt uw eigen lusten gevolgd. U hebt uw hart gevoed als op de dag van de slacht. |
| Job 21:13 | Zij slijten hun dagen in het goede;
en in een ogenblik dalen zij af in het graf. | | Luk. 16:19 | Nu was er een zeker rijk mens, die gekleed ging in purper en zeer fijn linnen en die elke dag vrolijk en overdadig leefde. | | Luk. 16:25 | Abraham echter zei: Kind, herinner u dat u het goede deel ontvangen hebt in uw leven en Lazarus evenzo het kwade. En nu wordt hij vertroost en u lijdt pijn. |
6 | U hebt de rechtvaardige veroordeeld en gedood en hij verzet zich niet tegen u. |
7 | Wees daarom geduldig, broeders, tot de komst van de Heere. Zie, de landbouwer verwacht de kostbare vrucht van het land, en heeft daarbij geduld, totdat het de vroege en late regen zal hebben ontvangen.  |
| |
Lankmoedig vs. geduld: Het begrip lankmoedig is zo verouderd dat niemand meer goed weet wat het betekent. Het gevolg is dat mensen betekenissen aan het woord gaan toekennen die het feitelijk niet bezit. Het Griekse grondwoord is makrothumia. Heel letterlijk betekent het traag tot toorn. Het wordt zowel van mensen (Hand 26:3) als van God (Rom 2:4) gezegd. Iemand die deze eigenschap heeft kan dus veel dulden zonder boos te worden. Vandaar dat de HSV voor geduldig heeft gekozen. |
8 | U moet ook geduldig zijn en uw hart versterken, want de komst van de Heere is nabij. |
9 | Zucht niet tegen elkaar, broeders, opdat u niet veroordeeld wordt. Zie, de Rechter staat voor de deur. |
10 | Mijn broeders, neem tot een voorbeeld van het lijden en van het geduld de profeten, die in de Naam van de Heere gesproken hebben. |
11 | Zie, wij prijzen hen gelukzalig die volharden. U hebt gehoord van de volharding van Job, en u hebt de uitkomst van de Heere gezien, dat de Heere vol ontferming is en barmhartig.  |
| | Het woord lijdzaamheid dat de SV hier gebruikt betekent vandaag de dag: stille berusting, gelatenheid. Het heeft dus nu nagenoeg dezelfde gevoelswaarde als lijdelijkheid. Dat is absoluut niet de betekenis en de bedoeling van het Griekse grondwoord hupomonè. Dat is de reden dat het woord lijdzaamheid in de herziening het veld heeft moeten ruimen. Het grondwoord betekent: geduld, volharding, uithoudingsvermogen, standvastigheid. |
| Matt. 5:11 | Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. |
| Job 1:21 | En hij zei:
Naakt ben ik uit de buik van mijn moeder gekomen
en naakt zal ik daarheen terugkeren.
De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen;
de Naam van de HEERE zij geloofd! | | Job 1:22 | In dit alles zondigde Job niet en schreef hij God niets ongerijmds toe. |
| Num. 14:18 | De HEERE is geduldig en rijk aan goedertierenheid, Hij vergeeft de ongerechtigheid en de overtreding, Hij houdt de schuldige zeker niet voor onschuldig en vergeldt de ongerechtigheid van de vaderen aan de kinderen, tot in het derde en het vierde geslacht. | | Ps. 103:8 | Barmhartig en genadig is de HEERE,
geduldig en rijk aan goedertierenheid. |
12 | Maar voor alle dingen, mijn broeders, zweer niet: niet bij de hemel, ook niet bij de aarde, en zweer ook geen enkele andere eed, maar laat uw ja ja zijn en uw nee nee, opdat u niet onder enig oordeel valt. |
| Matt. 5:34 | Maar Ik zeg u: Zweer in het geheel niet, niet bij de hemel, want dat is de troon van God; | | 2 Kor. 1:17 | Ik heb toch niet lichtvaardig gehandeld door mij dit voor te nemen? Of zijn de dingen die ik me voorneem, voornemens naar het vlees, zodat het bij mij zou zijn: ja, ja en tegelijk nee, nee? | | 2 Kor. 1:18 | Maar God is getrouw: ons woord tot u is niet ja en nee geweest. |
13 | Is iemand onder u in lijden? Laat hij bidden. Heeft iemand goede moed? Laat hij lofzingen. |
| Efez. 5:19 | en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart, | | Kol. 3:16 | Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart. |
14 | Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. |
| Mark. 6:13 | En zij dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en maakten hen gezond. |
15 | En het gelovige gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. |
16 | Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand. |
17 | Elia was een mens net zoals wij en hij deed een vurig gebed dat het niet zou regenen, en het regende niet op de aarde, drie jaar en zes maanden. |
| 1 Kon. 17:1 | En Elia, de Tisbiet, uit de inwoners van Gilead, zei tegen Achab: Zo waar de HEERE, de God van Israël, leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, er zal deze jaren geen dauw of regen komen, behalve op mijn woord! | | Luk. 4:25 | Maar Ik zeg u naar waarheid: Er waren veel weduwen in Israël in de dagen van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood kwam over heel het land, |
18 | En hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en de aarde bracht haar vrucht voort. |
| 1 Kon. 18:45 | Het gebeurde ondertussen dat de hemel zwart werd van wolken en wind, en er kwam een hevige regen. Achab reed weg en ging naar Jizreël. |
19 | Broeders, als iemand onder u van de waarheid is afgedwaald en een ander doet hem terugkeren, |
| Matt. 18:15 | Maar als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen; als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen. |
20 | weet dan dat hij die een zondaar van zijn dwaalweg doet terugkeren, een ziel zal redden van de dood en een menigte van zonden zal bedekken. | | |
| Spr. 10:12 | Haat wekt twisten op,
maar liefde bedekt alle overtredingen. | | 1 Petr. 4:8 | Maar heb voor alles vurige liefde voor elkaar, want de liefde zal een menigte van zonden bedekken. |
|