1 | En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. |
| Openb. 1:18 | en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van het rijk van de dood en van de dood zelf. |
2 | En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, |
| 2 Petr. 2:4 | Want als God de engelen die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar hen in de hel geworpen en overgegeven heeft aan de ketenen van de duisternis om tot het oordeel bewaard te worden; | | Openb. 12:9 | En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen. |
3 | en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten. |
| Openb. 20:8 | En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. | | Openb. 16:14 | Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God. | | Openb. 16:16 | En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd. |
4 | En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang. |
| Openb. 6:10 | En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen? |
| Openb. 6:9 | En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden. |
| Openb. 13:12 | En het oefent al de macht van het eerste beest voor zijn ogen uit, en het maakt dat de aarde en zij die er wonen het eerste beest aanbidden, waarvan de dodelijke wond genezen was. |
| Openb. 13:15 | En hem werd macht gegeven om een geest te geven aan het beeld van het beest, opdat het beeld van het beest zelfs zou spreken, en zou maken dat allen die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden. |
| Openb. 13:16 | En het maakt dat men aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven een merkteken geeft op hun rechterhand of op hun voorhoofd, |
| Openb. 6:11 | En aan ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden. |
5 | Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren. Dit is de eerste opstanding. |
6 | Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang. |
| Jes. 61:6 | Ú echter zult genoemd worden: priesters van de HEERE,
men zal u noemen: dienaren van onze God.
U zult het vermogen van heidenvolken eten,
u zult u beroemen in hun luister. | | 1 Petr. 2:9 | Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, | | Openb. 1:6 | en Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. | | Openb. 5:10 | En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde. |
| De satan geheel overwonnen |
7 | En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. |
8 | En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. |
| Ezech. 38:2 | Mensenkind, richt uw blik op Gog, het land van Magog, de oppervorst van Mesech en Tubal, en profeteer tegen hem. | | Ezech. 39:1 | En u, mensenkind, profeteer tegen Gog, en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zál u, Gog, oppervorst van Mesech en Tubal! |
| Openb. 16:14 | Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God. |
9 | En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen. |
10 | En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid. |
| Dan. 7:11 | Toen keek ik, vanwege het geluid van de grote woorden die de hoorn sprak. Ik keek toe totdat het dier gedood werd en zijn lichaam vernietigd werd, en aan het laaiend vuur werd prijsgegeven. | | Openb. 19:20 | En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt. |
| Openb. 19:20 | En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt. |
| Openb. 14:10 | dan zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, en gepijnigd worden in vuur en zwavel voor het oog van de heilige engelen en van het Lam. |
11 | En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. |
12 | En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken.  |
| | Andere manuscrupten lezen hier “voor de troon”. In de KT lezen we: “Dat is, staande voor den troon of rechterstoel van Christus, 2 Kor. 5:10, waaruit blijkt dat Christus ook de waarachtige God is.” |
| Ex. 32:32 | Nu dan, of U toch hun zonde wilde vergeven! Maar indien niet, schrap mij alstublieft uit Uw boek, dat U geschreven hebt. | | Ps. 69:29 | Laat hen uitgewist worden uit het boek des levens,
laat hen bij de rechtvaardigen niet opgeschreven worden. | | Filipp. 4:3 | Ja, ik vraag ook u, mijn oprechte metgezel: Help deze vrouwen, die samen met mij gestreden hebben in het Evangelie, ook met Clemens en mijn andere medearbeiders, van wie de namen in het boek des levens staan. | | Openb. 3:5 | Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen. | | Openb. 21:27 | Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam. |
| Ps. 62:13 | Ook de goedertierenheid is van U, Heere,
want U zult eenieder vergelden naar zijn werk.
\d | | Jer. 17:10 | Ik, de HEERE, doorgrond het hart,
beproef de nieren,
en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen,
overeenkomstig de vrucht van zijn daden. | | Jer. 32:19 | groot van raad en machtig van daad (want Uw ogen zijn open over alle wegen van de mensenkinderen, om eenieder te geven overeenkomstig zijn wegen en overeenkomstig de vrucht van zijn daden), | | Matt. 16:27 | Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden. | | Rom. 2:6 | Die ieder vergelden zal naar zijn werken, | | Rom. 14:12 | Zo zal dan nu ieder van ons voor zichzelf rekenschap geven aan God. | | 2 Kor. 5:10 | Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. | | Gal. 6:5 | Want ieder zal zijn eigen pak dragen. | | Openb. 2:23 | En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen, en alle gemeenten zullen weten dat Ik het ben Die nieren en harten doorzoekt, en Ik zal u geven eenieder naar uw werken. |
13 | En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken.  |
| | Dit is een gevoelig begrip dat snel misverstanden op kan roepen. Bovendien kan de vraag ook door de formulering misverstanden oproepen. In de HSV is namelijk helemaal niet de grote lijn dat hel vervangen is door rijk van de dood. Drie woorden in de Bijbel kunnen door de Statenvertaling weergegeven worden met hel. Het betreft de woorden she'ol in het Oude Testament en de woorden hades en gehenna in het Nieuwe Testament. Wat het Nieuwe Testament betreft is in alle gevallen waar in het Grieks gehenna staat, de Statenvertaling gevolgd en heeft de HSV hier dus overal hel. Wat het begrip hades betreft, ligt het met de vertaling hetzelfde als met de vertaling van she'ol in het Oude Testament. Zie daarvoor Jes. 14:9. De voorkeur van de herzieners ging dus uit naar graf, maar soms is ook gekozen voor hel. Daar waar er namelijk een duidelijk contrast is met het woord hemel (Mattheüs 11:23), of waar het onomstotelijk vaststaat dat het daadwerkelijk om de hel gaat (Lukas 16:23). In het Nieuwe Testament wordt overigens in de HSV 17 keer het woord hel gebruikt. Ook op drie andere plaatsen in Openbaringen is gekozen voor rijk van de dood. |
14 | En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. |
15 | En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen. | | |
|