| De volken zullen God loven |
1 | Een psalm, een lied, voor de koorleider, bij snarenspel. |
2 | God zij ons genadig en zegene ons; |
| | Hij doe Zijn aangezicht over ons lichten. Sela |
| Num. 6:25 | De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten
en zij u genadig! | | Ps. 4:7 | Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien?
Verhef over ons het licht van Uw aangezicht, HEERE! |
3 | Dan zal men op de aarde Uw weg kennen, |
| | onder alle heidenvolken Uw heil. |
4 | De volken zullen U, o God, loven; |
| | de volken zullen U loven, zij allen. |
5 | De natiën zullen zich verblijden en juichen, |
| | omdat U de volken rechtvaardig zult oordelen; |
| | | de natiën op de aarde zult U leiden. Sela |
6 | De volken zullen U, o God, loven; |
| | de volken zullen U loven, zij allen. |
7 | De aarde heeft haar opbrengst gegeven; |
| | God, onze God, zegent ons. |
| | en alle einden der aarde zullen Hem vrezen. | | |
|