Maar Ruth zei: Dring er bij mij niet langer op aan u te verlaten en terug te gaan, bij u vandaan. Want waar u heen gaat, zal ik ook gaan, en waar u overnacht, zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God. Waar u sterft, zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Ruth 1:16-17
Geloofsbelijdenis Ruth moet wel veel van haar schoonmoeder gehouden hebben. Anders dan Orpa gaat ze niet terug naar Moab. Dit is niet de makkelijkste weg. Het is de weg van de liefde. Maar haar liefde gaat verder dan Naomi. Ze heeft in het leven van Naomi iets gehoord en geproefd van het leven met de God van Israƫl. Hoewel Naomi vertrokken was uit het beloofde land, heeft ze niet kunnen zwijgen van de HEERE. Dat heeft God in Ruths leven willen gebruiken, ondanks tegenstand, nota bene van Naomi zelf. Maar de genade van de HEERE trekt Ruth naar Hem toe. Haar belijdenis is daar een liefdesantwoord op. Deze God gaat alle goden te boven. Met deze God wil ze leven en te midden van Zijn volk begraven worden. Wat een prachtige belijdenis is dit. Hier kan ze mee leven en ook mee sterven. Wij ook. Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefhad (1 Joh. 4:19).