23 november 2020

Toen zei hij: Kom eens hier en ga hier zitten, u daar, hoe u ook heet.
Ruth 4:1
Meneer Dinges
Zo gauw het licht wordt gaat Boaz naar de stadspoort. Dat was in oude tijden de plaats waar recht gesproken werd en officiële zaken werden besproken door de oudsten van de stad. Wij zouden zeggen: hij gaat naar het stadhuis. Als Boaz daar zit, ziet hij die andere losser en roept hem erbij. Opvallend genoeg heeft deze man geen naam. Dat is in dit boekje met de vele betekenisvolle namen (Naomi betekent ‘lieflijk’, Ruth betekent ‘trouwe’, Boaz betekent ‘in hem is kracht’, Bethlehem betekent ‘broodhuis’) heel opvallend. Boaz noemt hem zoiets als ‘meneer Dinges’. Meteen wordt duidelijk dat deze man geen rol van betekenis zal spelen. Hij zal uiteindelijk niet lossen. Hij kan het wel, maar hij wil het niet. Zijn naam doet er daarom niet toe, zo iemand verdient in de Bijbel geen naam. Aan zo’n losser heb je niets. Boaz is anders. En Boaz’ grote Zoon helemaal. Zijn Naam is Jezus.
En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden (Hand. 4:12).
bron: https://www.royaljongbloed.com/nl/product/volharding-2020/