Ik ben in Mijn tuin gekomen, Mijn zuster, Mijn bruid, Ik heb Mijn mirre geplukt met Mijn specerijen, Ik heb Mijn honingraat met Mijn honing gegeten, Ik heb Mijn wijn met Mijn melk gedronken. Eet, vrienden, drink en word dronken, geliefden. Hooglied 5:1
Feest Het is feest! De Bruidegom heeft de uitnodiging van Zijn bruid gehoord en is gekomen. Zij is en was Zijn tuin en zo kan Hij over alle vruchten en specerijen spreken als ‘Mijn’. Het is feest, niet alleen voor de bruid en de Bruidegom, maar ook voor de vrienden van de Bruidegom die voor de bruiloft genodigd zijn. Wanneer je als vriend of vriendin te gast bent op een bruiloft is de vreugde aanstekelijk. Hun blijdschap wordt de jouwe. Heel de schepping zucht onder de zonde en verwacht reikhalzend de openbaarwording van de kinderen van God (Rom. 8:19). Dan wordt het feest. Niet alleen op aarde maar ook in de hemel. Wees blij met mij. Zo is er blijdschap vóór de engelen, bij de HEERE. God verblijdt Zich over één zondaar die tot bekering komt. Die vreugde valt de engelen op, ze zien het en delen erin. Wanneer de engelen elkander in den hemel gelukwenschen, als zij het afgedwaalde tot hunne vergadering teruggebracht zien, dan betaamt het ook ons, die een en hetzelfde belang met hen hebben, in die vreugde te deelen. (Johannes Calvijn)