Een koning op een ezel Te midden van strijdgewoel klinkt hier onverwacht een boodschap van hoop. Jeruzalem wordt in vers 8 als een veilige schuilplaats getypeerd. De inwoners van Jeruzalem worden opgeroepen om uit te kijken en te jubelen voor de beloofde koning. Geen koning op een strijdpaard, maar op een ezel. Vader Jakob had al geprofeteerd dat uit Juda de Verlosser, de Messias zijn entree zou maken op het veulen van een ezelin, tegen alle wereldse pracht en praal in. Reken niet op uiterlijk vertoon met veel pracht en praal. Wat een tegenstelling bij het kroningsfeest van Willem Alexander. Juichen, want God is onderweg om Zijn beloofde Zoon, de Messias naar de wereld te sturen. Het juichen duurt maar kort, want de Messias wordt aan de kant gezet. Het volk Israël roept luid dat ze geen andere koning dan de keizer hebben. Deze Messiaskoning gaat de weg van het lijden en sterven om na Pasen te proclameren dat Hij alle macht heeft! Zie uw Koning! We worden tot dienstplicht opgeroepen achter deze Koning, die reed op een ezel.