En wat de stenen met de namen van de zonen van Israël betreft, dat waren er twaalf in getal.
Exodus 39:14
Gedragen op het hart
Wat direct opvalt aan de kleding van de hogepriester is de borsttas. Het is een soort schouderkleed, een prachtige hes over de lange mantel van de priester. De efod wordt bijeengehouden door twee grote edelstenen op de schouders. Daar staan de namen van de stammen ingegraveerd. Midden op de borst is de borsttas. Op de buitenzijde van de borsttas zijn twaalf edelstenen gehecht, voor elke steen een stam van Israël. Ze zijn niet schots en scheef aangebracht, maar netjes in vier rijen. God is ook in het voorschrijven van het maken van de efod een God van orde. De boodschap is helder. De hogepriester neemt elke stam mee als hij tot God nadert. God heeft het welzijn van alle stammen op het oog. Wat mooi dat de schrijver van de Hebreeënbrief de vergelijking maakt met Jezus, onze grote Hogepriester. Hij draagt Zijn hele kerk op Zijn hart en vergeet nooit voor hen te bidden en te danken.
‘Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.’ (Hebr. 7:25)