En de Benjaminieten deden zo en voerden overeenkomstig hun aantal vrouwen weg van de dansende meisjes die zij roofden.
Richteren 21:23
Bruidroof
Wat een contrast opnieuw tussen het slot van Richteren en het begin. Kreeg Othniël een bruid van Kaleb omdat hij een goede strijd gestreden had, hier worden meisjes geroofd om de Benjaminieten van bruiden te voorzien. Net als bij Jefta is er een dwaze eed uitgesproken. De mannen van Israël hadden gezworen geen van hun dochters tot vrouw te geven en nu hebben ze spijt als haren op hun hoofd omdat die hele stam dreigt te verdwijnen. De Heere wordt wel aangeroepen maar de oplossing komt zeker niet van Hem. Jabes wordt geplunderd en vierhonderd meisjes buitgemaakt, en van Silo worden daarna zoveel meisjes geschaakt als er nog nodig zijn om de stam Benjamin te redden van uitsterving. Dat gebeurt als er geen goede koning is en ieder doet wat juist is in zijn ogen (vers 25). Het boek Richteren schreeuwt om koning David en uiteindelijk om de Christus als de ware Vredevorst.
Zijn wij niet vaak geneigd te denken dat we wijs genoeg zijn om God voor te schrijven wanneer Hij ons moet verhoren, redden en verlossen? (Thomas Brooks)