Voer minimaal 2 tekens in.
Derde Lijdenszondag
U hebt Mijn hart veroverd, Mijn zuster, Mijn bruid, u hebt Mijn hart veroverd met één blik van uw ogen, met één schakel van uw halsketting.
Hooglied 4:9
Broer en zus
Dat we op de bruiloft aangekomen zijn, zien we aan de manier waarop de Bruidegom haar aanspreekt: ‘Mijn zuster, Mijn bruid.’ Maar deze woorden zijn niet gekozen omdat het gaat over een huwelijk tussen broer en zus. De samenleving was een andere dan de onze. Man en vrouw konden in het openbaar niet vrij met elkaar omgaan. Alleen in het gezin kon dit wel. De uitspraak ‘Mijn zuster’ laat zien dat bruid en Bruidegom nu zo’n eenheid vormen. De Heere Jezus noemt hen die de wil van Zijn Vader doen, Zijn moeder, broeder en zuster. Gods wil is dat we Zijn Zoon geloven en luisteren naar Zijn stem. Dat moet ons leven vormen. Met dat geloof verbindt God ons aan de Heere Jezus. Net als door een bruiloft, wordt door dat geloof een scheiding opgeheven. Nu niet tussen man en vrouw, maar tussen God en een zondig mens.
Zoals door een natuurlijk huwelijk alle dingen tussen man en vrouw gemeen worden, zo worden ook door dit geestelijk huwelijk tussen Christus en u alle dingen gemeen. Want wanneer Christus Zijn bruid getrouwd heeft, dan krijgt zij deel aan al Zijn schatten. (Edward Fisher)